
De pagina 3D-instellingen stelt u in staat het volgende te doen:
Standaard 3D-instellingen maken voor gebruik bij al uw Direct3D- of OpenGL-toepassingen.
Een unieke reeks 3D-instellingen maken voor een bepaalde game of toepassing.
Met het tabblad Algemene instellingen kunt u kiezen uit een lijst met vooraf geïnstalleerde algemene instellingen (voor werkstationproducten), of uw eigen aangepaste instellingen creëren om tijdens het uitvoeren van 3D-toepassingen te gebruiken.
Zie Voorkeur grafische processor instellen voor informatie over een wijziging van functionaliteit in nieuwere Windows 10-besturingsysstemen voor het instellen van de grafische processor van je voorkeur.
Voorkeur grafische processor (Alleen op systemen met energiebesparende GPU-technologie van NVIDIA.) Met de opties in de keuzelijst kunt u specificeren om
High-performance NVIDIA processor gebruiken voor optimale prestatie of voor het decoderen van alle video afgespeeld op beeldschermen aangesloten op de geïntegreerde graphics of
Geïntegreerde graphics gebruiken voor langere gebruiksduur van de batterij of voor het decoderen van alle video afgespeeld op beeldschermen aangesloten op de geïntegreerde graphics of
Het stuurprogramma automatisch de meest compatibele grafische processor laten selecteren afhankelijk van het programma of de videocodec.
Opmerkingen:
Programma's en video's die worden gestart op externe beeldschermen die worden aangedreven door de NVIDIA GPU gebruiken altijd de NVIDIA GPU in plaats van de geïntegreerde grafische processor.
Wanneer u de instelling "Voorkeur grafische processor" wijzigt, blijven programma's die reeds worden uitgevoerd dezelfde grafische processor ononderbroken gebruiken. Om de "Voorkeur grafische processor" instellingen van kracht te laten worden, moet u het programma opnieuw starten.
Met de knop Herstellen (onderste hoek) worden de standaard algemene instellingen hersteld.
Met de knop Herstellen (algemene voorinstellingen) worden de instellingen voor de geselecteerde algemene voorinstelling hersteld naar de standaardinstellingen.
Met het tabblad Programma-instellingen kunt u een reeks 3D-instellingen creëren om tijdens het uitvoeren van een bepaalde game of toepassing te gebruiken.
Zie Voorkeur grafische processor instellen voor informatie over een wijziging van functionaliteit in nieuwere Windows 10-besturingsysstemen voor het instellen van de grafische processor van je voorkeur.
Selecteer een programma om aan te passen bevat geïnstalleerde games en toepassingen waaraan u unieke 3D-instellingen hebt toegewezen. Elk regelitem bevat het game-pictogram en de naam van de game.
Toevoegen start het dialoogvenster Toevoegen met een lijst van recent gebruikte programma's, games en Windows Store toepassingen (onder Windows 8). U kunt selecteren uit de lijst of op Bladeren klikken zodat u kunt navigeren en het programma of de map zoeken waarvoor u unieke instellingen kunt instellen.
Verwijderen-knop verwijdert de game-instellingskoppeling. Gebruik deze knop om de door u gemaakte game-/instellingskoppeling te verwijderen wanneer u de game de toegewezen instellingen niet langer wilt laten gebruiken. Vooraf geïnstalleerde instellingen kunnen niet worden verwijderd.
Met de knop Herstellen worden de instellingen voor het geselecteerde programma hersteld naar de standaardinstellingen.
Toon alleen op deze computer gevonden programma’s. Selecteer dit vakje als u wilt dat de lijst alleen die games weergeeft die op uw systeem zijn geïnstalleerd. Het stuurprogramma kan nog steeds games detecteren die worden afgespeeld en de betreffende 3D-instellingen toepassen, zelfs als de lijstfilter van geïnstalleerde games de game op het systeem niet detecteert.
Voorkeur grafische processor (Alleen op systemen met energiebesparende GPU-technologie van NVIDIA.) Met de opties in de keuzelijst kunt u specificeren om
High-performance NVIDIA processor gebruiken voor optimale prestatie of voor het decoderen van alle video afgespeeld op beeldschermen aangesloten op de geïntegreerde graphics of
Geïntegreerde graphics gebruiken voor langere gebruiksduur van de batterij of voor het decoderen van alle video afgespeeld op beeldschermen aangesloten op de geïntegreerde graphics of
Het stuurprogramma automatisch de meest compatibele grafische processor laten selecteren afhankelijk van het programma of de videocodec.
Opmerkingen:
Programma's en video's die worden gestart op externe beeldschermen die worden aangedreven door de NVIDIA GPU gebruiken altijd de NVIDIA GPU in plaats van de geïntegreerde grafische processor.
Wanneer u de instelling "Voorkeur grafische processor" wijzigt, blijven programma's die reeds worden uitgevoerd dezelfde grafische processor ononderbroken gebruiken. Om de "Voorkeur grafische processor" instellingen van kracht te laten worden, moet u het programma opnieuw starten.
De tabbladen Algemene instellingen en Programma-instellingen bevatten een lijst van functies die u kunt instellen. De daadwerkelijke functies die verschijnen hangen af van de grafische kaart en toepassing.
Omgevingsocclusie verhoogt dieptewaarneming en maakt 3D-scènes realistischer door een zacht schaduweffect te geven aan objecten op basis van hun plaatsing in de scène. Selecteer het niveau dat de beste balans geeft tussen realistische effecten en grafische prestatie.
Deze functie wordt niet op alle toepassingen ondersteund. Raadpleeg deze functie op het tabblad Programma-instellingen om te zien of deze in uw toepassing wordt ondersteund.
NB: Voor deze functie is de volgende minimum OS, API en hardware vereist:
Windows Vista en later
DirectX 10
GeForce 8-serie en latere GPU's
Anisotropische filtering is een techniek die wordt gebruikt om de kwaliteit te verbeteren van texturen die op de oppervlakken van 3D-objecten worden toegepast, wanneer deze onder een scherpe hoek worden getekend. Het inschakelen van deze optie verbetert de beeldkwaliteit, maar gaat enigszins ten koste van de prestaties. U kunt de toepassing de anistropische filtering-instellingen laten bepalen, de anisotropische filtering volledig uitschakelen of kiezen uit een aantal beschikbare instellingen. Hogere waarden leiden tot betere beeldkwaliteit, maar verlagen de prestaties.
Met de antialiasing-modus kunt u regelen hoe NVIDIA antialiasing in uw 3D-toepassingen toepast. Zie ook Tips voor het instellen van antialiasing.
NB: Deze functie is alleen beschikbaar bij de GeForce 8-serie en latere GPU's.
Uit schakelt de antialiasing uit.
Toepassing-gestuurd laat de toepassing het antialiasingniveau regelen. Dit is de voorkeursinstelling voor toepassingen met ingebouwde antialiasingregelaars.
Verbeter de toepassingsinstelling (met de instellingen vermeld onder Antialiasing-instelling) geeft de betrouwbaarste antialiasingondersteuning van de hoogste kwaliteit als u NVIDIA's antialiasing wilt gebruiken bij toepassingen met ingebouwde antialiasingregelaars.
Om deze optie te gebruiken moet u de antialiasing van de toepassing instellen op een willekeurig niveau, zoals 2x, en vervolgens de antialiasing van NVIDIA instellen met de functie Antialiasing-instelling. De NVIDIA antialiasing-instelling wordt toegepast ongeacht de instelling van de toepassing.
Opheffen van alle toepassingsinstellingen (met de instellingen vermeld onder Antialiasing-instelling) kan worden gebruikt als uw toepassing geen ingebouwde antialiasingregelaar heeft of als uw toepassing high dynamic range (HDR) rendering gebruikt, maar de ingebouwde antialiasing niet werkt wanneer HDR is ingeschakeld.
Om antialiasing van NVIDIA te gebruiken met toepassingen met ingebouwde antialiasingregelaars, gebruikt u Verbeter de toepassingsinstelling.
Antialiasing-instelling laat u het antialiasing-niveau instellen voor gebruik in uw 3D-toepassingen. U kunt de antialiasing-instellingen door de toepassing laten bepalen, de antialiasing volledig uitschakelen of u kunt uit een aantal beschikbare instellingen kiezen.
NB: Deze functie is beschikbaar op alle GPU's. Voor de GeForce 8-serie en latere GPU's is dit item echter alleen-lezen (niet-instelbaar) als Toepassing-gestuurd of Uit werd geselecteerd onder Antialiasing-modus.
Toepassing-gestuurd laat de toepassing het antialiasingniveau regelen. Dit is de voorkeursinstelling voor toepassingen met ingebouwde antialiasingregelaars.
Geen schakelt de antialiasing uit.
Specifieke antialiasing-instellingen: De hogere waarde komt overeen met een hoger antialiasingniveau. 16x is bijvoorbeeld een hogere kwaliteitsinstelling dan 2x.
Antialiasing - FXAA verbetert de beeldkwaliteit van programma's met minder gevolgen voor de prestatie dan andere antialiasing-instellingen.
Antialiasinglijngamma verbetert de kleur en kwaliteit van 3D-lijnen in OpenGL-programma's.
Antialiasing - Gammacorrectie laat u gammacorrectie-antialiasing in- of uitschakelen om de kleur en kwaliteit van 3D-beelden in OpenGL-programma's te verbeteren.
Antialiasing - Transparantie laat u de zichtbare aliasing aan de randen van beelden minimaliseren met transparante texturen.
Multivoorbeelden biedt superieure prestaties.
Supervoorbeelden biedt superieure kwaliteit.
Met nieuwere GPU's zijn specifieke antialiasing-instellingen beschikbaar, beperkt door de waarde gekozen onder Antialiasing-instellingen. Als u bijvoorbeeld 4x AA hebt geselecteerd, zijn de beschikbare antialiasing-transparantiewaarden 1x, 2x en 4x, maar niet 8x.
Max. framesnelheid achtergrondapp stelt de maximale framesnelheid in die de GPU op de achtergrond rendert voor een game of 3D-app. Hiermee dring je het stroomverbruik of lawaai van de ventilator terug wanneer je overschakelt naar een app terwijl je een andere game of app die op de achtergrond draait verlaat. Bereik: 20-200
Bufferspiegelmodus bepaalt hoe de videobuffer wordt gekopieerd naar het scherm in OpenGL-programma's.
CUDA - GPU's laat u een of meer GPU's specificeren voor gebruik met CUDA-toepassingen. GPU's die niet zijn geselecteerd, worden niet gebruikt voor CUDA-toepassingen.
NB: Minstens één GPU moet zijn geselecteerd om PhysX GPU-versnelling in te schakelen.
CUDA - Dubbele precisie laat u de GeForce GPU's selecteren waarop verhoogde dubbele-precisie prestatie wordt ingeschakeld voor toepassingen die dubbele-precisie berekeningen gebruiken. Beschikbaar op GeForce GPU's met het vermogen voor hogere dubbele-precisie prestatie.
NB: Selectie van een GPU vermindert de prestatie voor toepassingen die geen dubbele-precisie berekeningen gebruiken, waaronder games. Selecteer geen GPU's om de prestatie van de game te verhogen.
Diepe kleur voor 3D-toepassingen laat weergave van OpenGL 3D-toepassingen toe in een kleurdiepte hoger dan wat wordt ondersteund door het Windows-bureaublad. De toepassing en de monitor moeten in staat zijn om diepe kleurinhoud te renderen.
Overlay inschakelen laat gebruik van OpenGL overlay planes toe.
Geëxporteerde pixeltypes bepaalt het te exporteren overlay-pixelformaat zodat OpenGL-toepassingen overlays kunnen gebruiken. Formaatopties zijn kleurgeïndexeerd (8-bpp), RGB555 of zowel kleurgeïndexeerd (8-bpp) als RGB555-formaat.
Met Beeldschaling (GeForce GPUs - geïntroduceerd in R495-stuurprogramma's) worden framerates van de app opgevoerd en kun je het niveau van scherpte, detail of duidelijkheid van beelden in games en apps verhogen.
Met Uit (standaard) worden de opties voor beeldschaling en -verscherping uitgeschakeld.
Met Aan (GPU-schaling en scherpstelling) worden framerates voor de app opgevoerd en worden de volgende bedieningselementen ingeschakeld.
Scherpstellen: regelt het scherpteniveau. Acceptabel bereik: 0-100%
Overlay-indicator: Bij selectie geeft een overlay aan of de functie is ingeschakeld voor een bepaalde toepassing of correct is vastgelegd in screenshots of video's. Blauwe tekst geeft aan dat scherpstelling is geactiveerd. Groene tekst geeft aan dat scherpstelling en opschalen is geactiveerd.
Indien beeldschaling is ingeschakeld, worden bijkomende resoluties toegevoegd aan de lijst met resoluties op de pagina Resolutie wijzigen en wordt GPU-opschaling ingesteld op de pagina Bureaubladformaat en -positie aanpassen. Je kunt ook aangepaste weergavemodi samenstellen als deze optie is ingeschakeld.
Met Beeldverscherping (Quadro GPUs - geïntroduceerd in R440-stuurprogramma's) kun je het niveau van scherpte, detail of duidelijkheid van beelden in games en apps verhogen. Deze functie en de functie voor GPU-opschaling worden geïntroduceerd in R440-stuurprogramma's.
Met Scherpstelling uit (standaard) worden de opties voor beeldverscherping uitgeschakeld.
Met Scherpstelling aan worden de volgende schuifopties voor beeldverscherping ingeschakeld.
Scherpstellen: regelt het scherpteniveau. Acceptabel bereik: 0-1.0
Filmkorrel negeren: verlaag het niveau van te veel scherpstelling in apps die gebruikmaken van filmkorrels. Acceptabel bereik: 0-1.0
GPU-opschaling: selecteer dit vakje om GPU-opschaling in te schakelen voor resoluties van of onder de native resolutie voor alle DirectX-, Vulkan- en OpenGL-games. Indien ingeschakeld, worden vooraf gedefinieerde resoluties toegevoegd aan de lijst met resoluties op de pagina Resolutie wijzigen en wordt GPU-opschaling ingesteld op de pagina Bureaubladformaat en -positie aanpassen. Je kunt ook aangepaste weergavemodi samenstellen als deze optie is ingeschakeld.
De optie 'Weinig vertraging' vermindert de vertraging door het aantal frames dat de CPU kan voorbereiden te beperken voordat de frames worden verwerkt door de GPU. Deze optie werd geïntroduceerd in R435-stuurprogramma's.
Uit (standaard) prioriteert de doorvoer van rendering door games frames in een wachtrij te laten plaatsen.
Aan prioriteert vertraging door frames in de wachtrij te beperken tot één.
Ultra prioriteert vertraging door frames in de wachtrij volledig te minimaliseren.
Met Max. framesnelheid kun je de maximale framesnelheid instellen voor 3D-games of apps die wordt gegenereerd door de GPU. De framesnelheid beperken kan handig zijn om de batterij langer mee te laten gaan of om systeemvertraging in bepaalde scenario's terug te dringen. Geïntroduceerd in R440-stuurprogramma's.
Uit (standaard) schakelt deze functie uit.
Aan maakt instellen van de maximale framesnelheid mogelijk. Verplaats de schuifknop naar de gewenste maximale framesnelheid (20-1000 fps) en klik op OK.
Dynamische boost maximaliseert de systeemprestaties door de GPU- en CPU-rekenkracht dynamisch te schakelen. Beschikbaar met R445 en nieuwere stuurprogramma’s.
Aan: (standaard) Het systeem bepaalt het optimale GPU- en CPU-niveau op basis van gebruik en stelt dit in.
Uit: De GPU en CPU werken volgens de standaardniveaus. Dit kan leiden tot verminderde prestaties.
Met Monitortechnologie wordt de techniek geselecteerd waarmee de vernieuwinginstellingen van een aangesloten monitor kunnen worden geregeld.
G-SYNC: Vereist een beeldscherm met G-SYNC capaciteit. Selecteer deze optie om tearing tegen te gaan terwijl vertraagde invoer en haperen worden beperkt.
ULMB: Selecteer deze optie (Ultra Low Motion Blur) als u liever de vervaagde beweging wilt verbeteren in plaats van G-SYNC te gebruiken.
Vaste vernieuwingsfrequentie: Selecteer deze optie om de ingestelde vernieuwingsfrequentiue te gebruiken zonder enige variatie of aanpassing.
Multi-beeldscherm/gemengde-GPU-versnelling.
Enkel beeldscherm-prestatiemodus: Specificeer deze instelling als u problemen hebt met de multi-beeldschermmodi.
Compatibiliteitsprestatiemodus is nuttig als u twee of meer actieve beeldschermen hebt wanneer nView Dualview-beeldmodus actief is, of als u verschillende klassen op NVIDIA GPU gebaseerde grafische kaarten gebruikt.
NB: Wanneer deze modus actief is, rendert OpenGL in "compatibiliteits"-modus voor alle beeldschermen. In deze modus wordt, als er verschillende GPU-klassen in gebruik zijn, de laagste gemeenschappelijke functieset van alle actieve GPU’s aan OpenGL-toepassingen blootgesteld. De OpenGL-renderingsnelheid is enigszins lager dan die in de enkele beeldschermmodus.
Multi-beeldscherm prestatiemodus is nuttig als u twee of meer actieve beeldschermen hebt wanneer nView Dualview-modus actief is, of als u verschillende klassen op NVIDIA GPU gebaseerde kaarten gebruikt.
NB:
Multi-GPU-prestatiemodus bepaalt de renderingmodus gebruikt in multi-GPU-modus. U kunt enkele GPU-modus of een van verscheidene multi-GPU-renderingmodi selecteren.
Energiebeheermodus laat u instellen hoe het prestatieniveau van uw grafische kaart verandert wanneer de meeste DirectX- of OpenGL 3D-toepassingen worden uitgevoerd.
NB: Deze regelaar is alleen beschikbaar op GeForce 9-serie en latere GPU's.
NVIDIA stuurprogramma-gestuurd: Laat het stuurprogramma de beste instellingen voor prestatie en beeldkwaliteit bepalen. Gewoonlijk werkt de GPU met maximale prestatie bij gebruik van SDI-, G-Sync of Mosaic-functies.
Adaptief: Bespaar energie door het grafische stuurprogramma de GPU-prestatie te laten verminderen naargelang de behoeften van de 3D-toepassing.
Verkies optimale prestatie: Gebruik de GPU alleen op optimale prestatie wanneer de meeste 3D-toepassingen worden uitgevoerd.
Geef voorkeur aan consistente prestatie: Behoud de GPU op een consistente prestatiestatus wanneer 3D-toepassingen worden uitgevoerd. Deze instelling wordt vaak gebruikt om reproduceerbare resultaten te bieden tijdens softwareontwikkeling en -afstemming.
OpenGL rendering GPU laat u selecteren welke GPU wordt gebruikt voor OpenGL-toepassingen. Als één GPU uit een SLI- of Mosaic-groep wordt geselecteerd, worden alle GPU's in deze groep gebruikt. Selecteer Automatisch selecteren om het stuurprogramma te laten beslissen welke GPU wordt gebruikt.
NB: Deze regelaar is alleen beschikbaar op Windows Vista en latere Windows-besturingssystemen.
Voorkeurvernieuwingsfrequentie (<naam beeldscherm>) laat u de beperkingen van de vernieuwingsfrequentie opgelegd door de 3D-toepassing voor het aangegeven scherm onderdrukken. Dit is vooral nuttig bij het weergeven van games in 3D-stereo.
Toepassing-gestuurd: Laat de 3D-toepassing de optimale vernieuwingsfrequentie beslissen.
Als NVIDIA stereoscopische 3D is geïnstalleerd maar niet ingeschakeld, wordt de optie "Toepassing-gestuurd" geforceerd en kan dit niet worden gewijzigd.
Hoogste beschikbaar: Onderdruk de instelling van de 3D-toepassing met de hoogst beschikbare vernieuwingsfrequentie om beeldschermen met hoge vernieuwingsfrequentie te gebruiken en beeldkwaliteit te verhogen.
Als uw toepassing niet goed presteert bij gebruik van de optie "Hoogste beschikbaar", selecteer dan "Toepassing-gestuurd".
Opmerkingen:
Deze regelaar is alleen beschikbaar op Windows Vista en latere Windows-besturingssystemen.
Deze regelaar is niet beschikbaar voor toepassingen die deze functie niet ondersteunen.
Als NVIDIA stereoscopische 3D is geïnstalleerd en ingeschakeld, wordt de optie "Gestuurd door stereo" ingesteld en kan dit niet worden gewijzigd. U kunt de ingestelde vernieuwingsfrequentie zien in het stereoscopische 3D-dialoogvenster "Stereoscopische 3D testen".
Deze regelaar is uitgeschakeld als variabele vernieuwingsfrequentie is ingeschakeld.
Grootte shadercache (geïntroduceerd in Release 495) regelt de maximale hoeveelheid schijfruimte die het stuurprogramma mag gebruiken voor de opslag van shadercompilaties. Shadercompilaties worden normaal gesproken uitgevoerd elke keer dat een game wordt gestart en zijn een veelvoorkomende oorzaak van haperingen in het spel. Het shader-cachegeheugen slaat deze gecompileerde shaders op, zodat volgende runs van hetzelfde spel de shader-compilatie niet hoeven uit te voeren.
Opmerking: Installatie van een nieuw stuurprogramma verwijdert het cachegeheugen. De eerste keer dat je een game start nadat je een stuurprogramma hebt geïnstalleerd, zijn haperingen in het spel mogelijk.
Tot de huidige opties behoren Uitgeschakeld, Onbeperkt of een van de volgende waarden: 128 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB, 5 GB, 10 GB, 100 GB
Richtlijnen: Stel een maximale grootte in die groot genoeg is voor de reeks games die je normaal gebruikt, maar niet zo groot dat deze je beschikbare schijfruimte op de harde schijf overschrijdt.
Games variëren sterk in de hoeveelheid cachegeheugenruimte die ze nodig hebben. Voor duurdere games kunnen enkele honderden megabytes nodig zijn.
Bij het naderen van de maximale grootte zal het stuurprogramma oudere shaders uit het cachegeheugen verwijderen om ruimte te maken voor nieuwere shaders. Als je een te kleine groottelimiet instelt, kan het stuurprogramma de shaders die je nog steeds gebruikt, verwijderen en dit kan het spel doen haperen.
Met Vloeiend verloop met SILK worden haperingen in games verminderd die worden veroorzaakt door variaties in CPU- of GPU-belasting. Dit wordt gerealiseerd door de animatie en presentatiecadans vloeiend te maken met behulp van animatievoorspelling en een buffer voor post-rendering vloeiend maken.
Uit: Uitgeschakeld
Laag: (Standaard) Vloeiend maken wordt in lichte mate toegepast. De meeste kleine haperingen worden verwijderd.
Gemiddeld: Bepaalde haperingen en stoten worden in de meeste games verwijderd.
Hoog: Vloeiend maken wordt in hoge mate toegepast, maar kan resulteren in een merkbaar vertraagde invoer.
Ultra: Vloeiend maken wordt maximaal toegepast en de meeste haperingen en stoten in games worden verwijderd. Dit resulteert bij sommige games mogelijk in onacceptabele vertraging.
Opmerking: Bij het selecteren van Hoog of Ultra, kan vertraging tijdens het spelen toenemen. Deze instellingen zijn mogelijk niet geschikt voor first-person shooters of competitive gaming.
SLI-prestatiemodus bepaalt de renderingmodus gebruikt in SLI-modus. U kunt enkele GPU-modus selecteren, een van de SLI rendering-modi of SLI-interferentiemodus die de kracht van meerdere GPU's combineert voor antialiasing van hogere kwaliteit. Al deze modi sluiten elkaar uit.
Stereo - Weergavemodus laat u de weergavemodus selecteren voor stereobril of andere hardware. Raadpleeg de hardwaredocumentatie om te zien welke modus u moet gebruiken. Van toepassing op Quadro-kaarten die OpenGL stereoprogramma's uitvoeren, alsook DirectX stereo voor consumenten wanneer stereoscopische 3D is ingeschakeld.
Stereo - Inschakelen. Schakel deze optie alleen in als dit nodig is. Sommige toepassingen kiezen automatisch een stereoformaat, terwijl andere toepassingen mogelijk niet goed werken in een stereopixelformaat. Van toepassing op Quadro-kaarten die OpenGL stereoprogramma's uitvoeren, alsook DirectX stereo voor consumenten wanneer stereoscopische 3D is ingeschakeld. Deze optie is uitgeschakeld als variabele vernieuwingsfrequentie is ingeschakeld.
Stereo - Forceer shuttering.
Stereo - Ogen omwisselen. Schakel deze optie in om de linker en rechter stereobeelden om te wisselen als het stereo-effect niet juist lijkt met de huidige instelling. Van toepassing op Quadro-kaarten die OpenGL stereoprogramma's uitvoeren, alsook DirectX stereo voor consumenten wanneer stereoscopische 3D is ingeschakeld.
Stereo - Wisselmodus. Selecteer dit voor actieve, 'frame sequential' stereo, als elk stereo-oog met het volgende frame wordt bijgewerkt.
Per oog: Leg een frame aan één oog voor en schakel vervolgens door naar het volgende frame en leg dit aan het andere oog voor. In dit geval krijgt elk oog een ander frame voorgelegd.
De maximale framesnelheid van de toepassing is gelijk aan de huidige vernieuwingsfrequentie van het beeldscherm. Deze instelling is nuttig voor toepassingen die op de hoogst mogelijke framesnelheid moeten worden uitgevoerd.
Per oogpaar: Leg elk frame opeenvolgend aan beide ogen voor alvorens door te schakelen naar het volgende frame. In dit geval krijgen beide ogen hetzelfde frame voorgelegd.
De maximale framesnelheid van de toepassing is gelijk aan de helft van de vernieuwingsfrequentie van het beeldscherm. Deze instelling is nuttig voor stereoprojectoren die werken met een frequentieverdubbelingsmechanisme.
Toepassing-gestuurd: (Standaard) Laat de toepassing de stereowisselmodus aansturen door een wisselinterval te leveren. Als de toepassing niet actief de stereowisselmodus aanstuurt, probeert het stuurprogramma de wisselmodus toe te passen die het meest geschikt is voor de toepassing.
Textuurfiltering - Anisotropische filteroptimalisatie verbetert prestatie door trilineaire filtering te beperken op de primaire textuurfase waarbij de algemene weergave en kleur van objecten wordt bepaald. Dit verbetert prestatie met minimaal verlies van beeldkwaliteit. Deze instelling beïnvloedt alleen DirectX-programma's.
Textuurfiltering - Anisotropische voorbeeldoptimalisatie beperkt het aantal anisotropische voorbeelden gebruikt op basis van texelgrootte. Deze instelling beïnvloedt alleen DirectX-programma's.
Textuurfiltering - Negatieve LOD-bias bepaalt of er een negatief niveau van detailbias wordt gebruikt om de textuurfiltering te verscherpen.
Toelaten laat toepassingen een negatieve LOD-vertekening specificeren wanneer anisotropische filtering wordt gebruikt.
Klemmen voorkomt dat toepassingen een negatieve LOD-vertekening gebruiken (de waarde wordt geklemd op 0) wanneer anisotropische filtering wordt gebruikt.
Textuurfiltering - Kwaliteit laat u besluiten of u de voorkeur geeft aan prestatie, kwaliteit of een evenwicht tussen die twee. Gebaseerd op uw voorkeur maakt het NVIDIA-configuratiescherm alle toepasselijke 3D-beeldaanpassingen.
Hoge prestatie biedt de hoogst mogelijke framesnelheid, wat in de beste prestaties voor je apps resulteert.
Prestatie biedt een optimale combinatie van beeldkwaliteit en prestaties. Het resultaat is optimale prestaties en goede beeldkwaliteit voor je apps.
Kwaliteit (standaardinstelling voor GeForce-producten) biedt een optimale beeldkwaliteit voor je apps.
Hoge kwaliteit (standaardinstelling voor Quadro-producten) biedt de hoogste beeldkwaliteit voor je apps. Deze instelling is niet noodzakelijk voor de gemiddelde gebruiker die game-apps uitvoert. Het is bedoeld voor meer geavanceerde gebruikers om beelden te genereren die de programmacapaciteiten van de texturefilteringshardware niet benutten.
Textuurfiltering - Trilineaire optimalisatie verbetert textuurfilteringprestatie door bilineaire filtering toe te laten op texturen in delen van de scène waar trilineaire filtering niet nodig is. Deze instelling beïnvloedt alleen DirectX-programma's.
Thread optimalisering laat toepassingen profiteren van meerdere CPU's.
Met Drievoudige buffering kunt u drievoudige buffering in OpenGL-toepassingen in- of uitschakelen. Door deze instelling in te schakelen, worden de prestaties verbeterd wanneer verticale synchronisatie ook is ingeschakeld.
Uniforme achtergrond-/dieptebuffer.
Met Verticale synchronisatie kunt u Verticale Synchronisatiemodus regelen waar de framesnelheid van de toepassing wordt gesynchronisserd met de vernieuwingsfrequentie van het beeldscherm om scheureffecten te elimineren.
OPMERKING: De volgende instellingswaarden voor Verticale synchronisatie zijn uitsluitend van toepassing als een beeldscherm is verbonden met de NVIDIA-GPU.
Gebruik de toepassinginstelling om de instellingen in de toepassing te gebruiken om V-Sync te regelen.
Uit is nuttig als prestatie belangrijker is dan beeldkwaliteit.
Aan is nuttig voor het elimineren van scheureffecten.
Adaptief schakelt V-Sync alleen in wanneer de framesnelheid hoger is dan de vernieuwingsfrequentie. Dit elimineert scheureffecten bij hoge framesnelheden en haperingen bij lagere framesnelheden. Deze instelling is alleen beschikbaar als Monitortechnologie is ingesteld op ULMB of Vaste vernieuwingsfrequentie.
Adaptief 1/2 vernieuwingsfrequentie schakelt V-Sync alleen in als de framesnelheid hoger is dan de helft van de vernieuwingsfrequentie. Dit elimineert scheureffecten bij hoge framesnelheden en haperingen bij zeer lage framesnelheden. Deze instelling is alleen beschikbaar als Monitortechnologie is ingesteld op ULMB of Vaste vernieuwingsfrequentie.
Snel vermindert de vertraging zonder scheureffecten te introduceren. Beschikbaar op Pascal en latere GPU's, op configuraties met één GPU.
Virtual reality – variabel tempo supersampling verbetert de beeldkwaliteit door supersampling selectief toe te passen op het centrale gebied van een frame, het belangrijkste gebied voor de meeste Virtual Reality-headsets. Is van toepassing op door NVIDIA geprofileerde apps on NVIDIA Turing-GPU's wanneer MSAA is ingeschakeld. De maximale super-sampling die wordt toegepast is afhankelijk van het MSAA-niveau dat in de app wordt gebruikt. Geïntroduceerd in R440-stuurprogramma's.
Adaptief past supersampling toe op een centraal gebied van een frame wanneer er GPU-ruimte beschikbaar is. Het formaat van het centrale gebied varieert op basis van de GPU-ruimte die beschikbaar is.
Altijd aan past supersampling toe op een vast centraal gebied van een frame. Deze modus houdt geen rekening met de beschikbaarheid van GPU-ruimte en kan resulteren in frame drops.
Met Uit (standaard) wordt de optie uitgeschakeld.
WhisperMode is een ultra-efficiënte modus waardoor uw aangesloten laptop stiller is tijdens het gamen. De modus werkt door de framesnelheid van de game op intelligente wijze aan te passen en tegelijkertijd de grafische instellingen te configureren voor optimale energie-efficiëntie. Beschikbaar op GeForce GTX 10-serie laptop GPU's of hoger, op configuraties met één GPU. Om de regelaars van WhisperMode weer te geven in het NVIDIA-configuratiescherm op ondersteunde systemen, moet u eerst WhisperMode inschakelen met behulp van GeForce Experience.
Uit: Uitgeschakeld door GeForce Experience
Aan: Ingeschakeld door GeForce Experience en toegepast als algemene instelling. Framesnelheid is maximaal 40 of 60 fps, afhankelijk van de toepassing.
WhisperMode schuifknop: Wordt onder Programma-instellingen weergegeven wanneer ingeschakeld in GeForce Experience. Beweeg de schuifknop naar links (verlaag de maximale framesnelheid) voor stiller gamen of naar rechts (verhoog de maximale framesnelheid) voor hogere prestaties.
©2022 - 2023 NVIDIA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Games en 3D-instellingen